Interview: Frankey
Kaapstad 2020 is begonnen! Vorige week werden door heel de binnenstad zeven kunstwerken geplaatst, allemaal gemaakt door de street artist Frankey. Frankey – echte naam Frank de Ruwe - is een gevestigde naam in de street art: hij plaatst al jaren kunst in de straten van Amsterdam en exposeerde in de Verenigde Staten, Italië en Duitsland. Wij spraken Frankey over zijn inspiratiebronnen, werkwijze én natuurlijk zijn werk voor Kaapstad!
Hoe ben je ooit begonnen met street art?
Dat was in 2003, toen ik voor eerst het boek Wall and Peace van de Britse kunstenaar Banksy zag. Zijn werk vond ik zó inspirerend, Banksy rekte het domein van street art enorm op. Hij werkt snel, gebruikt sjablonen en durft nieuwe dingen te doen. Hij kon gewoon een museum inlopen en met tape zijn eigen werk ophangen. Wauw, dat was next level! Achteraan Banksy’s boek staan wat afbeeldingen van zijn atelier. Dat is een hele normale garage vol met blikken verf, stanleymessen en sjablonen. Toen ik dat zag dacht ik: dit ga ik ook doen!
In de tijd dat ik begon had je geen social media. Of je werd opgepikt door de media was afhankelijk van passanten die je werk toevallig zagen. Toen ik een tijdje bezig was, werd ik door het Parool gevraagd om elke week een werk te plaatsen in Amsterdam. Dat leek me wel wat. Zo’n deadline forceert je niet te lang over je kunstwerken na te denken en gewoon te doen. Het leuke is: dan word je er vanzelf beter in!
Heb je wel eens gehoord van de 10.000 regel? Die zegt dat, om ergens goed te worden, je er 10.000 uur aan moet besteden. Dat geldt voor alles, van piano spelen tot street art. Inmiddels heb ik wel 10.000 uur aan street art besteed. En ik ben misschien geen Beethoven, maar ik kan wel een aardig stukje spelen.’
Wat inspireert je?
‘Moeilijke vraag, dat kan echt van alles zijn. Ik kijk naar alles wat creatieve expressie heeft. Kunst, maar ook muziek of architectuur. Het belangrijkste is dat ik altijd goed kijk naar wat ik om me heen zie. Bij alles wat ik zie vraag ik me af; waar lijkt dit nog meer op? Ik zie nu (op het moment van het interview zit Frankey op de fiets, red.) bijvoorbeeld gele strepen op de weg; het lijken net lazerstralen uit een ruimteschip.
Ik vergelijk het soms met freestyle rappers. Zij kennen gigantisch veel woorden en knopen die tijdens een optreden aan elkaar. Zo verzinnen ze in no-time wat nieuws. Ik doe eigenlijk hetzelfde, maar dan met beelden. Als ik op straat iets interessants zie koppel ik het aan wat anders dat al in mijn hoofd zit. Zo bedenk ik nieuwe dingen.’
En wat zag je toen je in Tilburg kwam?
‘Zoals waarschijnlijk elke toerist startte ik mijn wandeling midden in de stad, op het Pieter Vreedeplein. Daar staan van die grote ronde bloembakken met een lantaarnpaal erin, ik zag er gelijk een draaimolen in. En toevallig wilde ik voor Kaapstad al graag iets met de Kermis doen. Zo bedacht ik om een draaimolenpaard in die lantaarnpaal te hangen, om van de bloembakken echt een draaimolen te maken.
Een ander leuk detail dat me opviel waren de ontbrekende letters op de oude dansschool in de Nieuwlandstraat. Het zijn vette letters, die ‘O’ is net een donut. Dan denk ik gelijk: wie eten er donuts? Juist: politieagenten en Homer Simpson. En Homer Simson is wel het type dat zo’n letter zou stelen om op te vreten. Voila, weer een nieuw idee.
Op die manier had ik na mijn wandeling door Tilburg een boekje vol ideeën voor Kaapstad.’
Hoe heb je die ideeën uitgewerkt?
‘Eerst heb ik ál mijn ideeën voor Kaapstad naast elkaar gezet, om vervolgens af te wegen welke realistisch waren om te maken. Ik had bijvoorbeeld ook het idee om van de schuine Schouwburg-entree een grote krokodillenbek te maken maar daarvoor had ik tanden nodig van 3 meter hoog. Niet handig. Uiteindelijk ben ik tot een mooie mix van kunstwerken gekomen die samen ook nog een leuke looproute vormen door de stad.
Om mijn werken te bouwen gebruik ik vooral tweedehands spullen of dingen die je via internet kunt kopen. De objecten die je koopt zijn natuurlijk nog niet wat je voor ogen hebt, ik bewerk ze zelf met hout, epoxy of metaal om er wat eigens van te maken.’
Heb je al veel reacties gehad op je werk in Tilburg?
‘Nou en of! Vooral Homer Simpson heb ik op social media al vaak voorbij zien komen.
Ik zag ook een filmpje van een paar meiden die midden in de nacht op de wipkip-eend in de Beljon fontein zijn gaan zitten. Zo’n wipkip is niet gemaakt voor het gewicht van volwassenen en tijdens het wippen gingen de dames dan ook vol het water in. Moest ik zelf erg hard om lachen!
Het belangrijkst voor mij is dat mensen blij worden van mijn kunst. Mijn werken hebben geen diepere betekenis, - het natuurlijk gaaf als mensen die er zelf bij verzinnen – ik maak gewoon leuke dingen waar mensen een glimlach van krijgen.’